
God Save The Queen.
20 juni 2010. THE Iron Man 70.3. Zo noemen onze theedrinkende overburen hun halve afstand. Zij plaatsen dit onmiddellijk in de galerij van THE Open, golftornooitje voor overspelige kapiteins-zoontjes, THE Championschips, regionaal tennisevenement met hoofdsponsor Dash, wast witter dan wit, en THE Queen Mumm, oud gindrinkend koninklijk schepsel dat 101 jaar vrijelijk belastingsgeld verkwistte.
Mijn wapenbroeder voor deze heldendaad was niemand minder dan Lord Mac Fosilius Depauw. Braveheart, de schrik voor elke Engelse nicht, is een Wienerzangerknaap tegen onze brullende grijzende Schot met reusachtige snor. De Duitsers hadden 70 jaar geleden beter even naar onze Mac gekeken. Van gans dit triatlonverhaal maakte onze kannibaal een blitzkrieg. Hij stuifde met zijn krakende Passat over het kanaal, landde in Dover, ontweek elke radar en vloog in spitfirestijl naar Exmoor, het afgesproken slagveld 700 km van zijn Elizatbetlaan.
Zaterdagmorgen daalden wij uit onze, door de National Trust behoedde, Country house neder naar het lake Wimbleball. Ooit sloeg Rosco Tanner, die Borg nog 5 sets bezighield, uit frustraties een bal vanuit het centercourt van Wimbledon in deze afgelegen plas. De etimologen onder ons, moeten dus niet verder zoeken waar de naam Wimbleball vandaan komt.
Een sympathieke oude vrijster overhandigde aan Mac Fosilius en mij het startnummer. “Oh”, zei ze zachtjes, “ik deel de nummers al 30 jaar uit… maar de charme is er wat af, vroeger borduurde ik die 1500 nummers op een met rozenmotief hoogwaardig linnen napje. Maar met die ordinaire computers van tegenwoordig hebben ze mijn job afgenomen…saai hé, die hoogtechnologische ontwikkeling, isn’t it…”
Na een parcoursrondleiding door een oud majoor uit de Falklands, zongen wij direct een toontje lager. We waren een ganse voormiddag op zoek achter één stuk vlak loopparcours, maar konden het niet vinden, zelfs met een Sherlock Holmes loep in de hand was dit een onbegonnen taak.
We gingen dus maar de zinnen verzetten en ik trakteerde Mac op een toeristisch toertje in Exmoor en Devon. Twee door schapen en boeren gedomineerde prachtige landstreken.
’s Morgens, bij het horen van het eerste geblaf uit de dichtstbijzijnde hondenkennel “the Baskerville”, stond Mac HDHD al rond zijn bed te springen. Ik moest hem onmiddellijk tot kalmte aanmanen, of bij begon nu al zijn wedstrijd. Je mag wel enkele minuten voorsprong nemen, maar ook weer niet overdrijven hé.
Hij zong echter al direct een octaaf of twee lager, wanneer hij de mist op het Lake van Wimbleball zag hangen. Onze koulijder kreeg al rare rillingverschijnselen. Prompt haalde hij een bus “born” uit zijn rugzak. Een soort balsemcrème afkomstig van het mummifieren van farao’s. “Het werkt”, zei hij! Ik kon mij dat goed voorstellen, Toutamchamon heeft ook geen last van de koude meer gehad in de laatste 3000 jaar.
Bloedernst nu! De troepen worden door een brullende kolonel tot de order geroepen en als zeehonden gezamenlijk in het water geleid. Tijd voor de officiële momenten. Uit de luidsprekers klonk een welbekende grauwe stem, recht uit de Cabinets of War onder Downingstreet 10. Dear Man and Women, you will swim in the water, bike up on the hills en run in the battlefields, and for your country and our Queen, you will never surrender. 1500 handen kwamen onmiddellijk uit het water en toonden aan Sir W.C het victory teken. Er begint toch wat sleet op de sigaarrokende bultenaar te komen, want van de 1579 haalden er maar 1100 de finish.
Onmiddellijk daarna speelde de trotse berenmutsen THE hymne. Ik haalde uit mijn wetsuite de tekst en begon uit volle borst mee te zingen.
God save our gracious Queen,
Long live our noble Queen,
God save the Queen:
Send her victorious,
Happy and glorious,
Long to reign over us:
God save the Queen.
Het vijftiende bataljon van the Royal Artillery, aangevoerd door playboy Charles, vuurde met een ware houwitzer . 80 een oorverdovend startschot en de rush kon beginnen.
Na het zwemmen begon al direct de landing in Exmoor… je mocht met wetsuite en al 400 m door een weiland naar omhoog klimmen. Bij ons leggen ze een rode loper, bij de Engelsen heeft de tuinier het gras kort gezet.
De fietsstart was om te bulderen van het lachen. Al die triaprofs die hun schoenen aan hun fiets vast klikten, kwamen bedrogen uit. Vanaf de start mochten ze onmiddellijk 10 % klimmen, geen enkele van die strevertjes geraakte in zijn schoenen. Ik had mijn combats al aan en demarreerde ze allemaal los uit het wiel. Wat Mac Fosilius hier deed, daar heb ik het raden naar, maar er waren er bij die al met zo’n hoorn aan hun oor stonden. Hij zal daar hoogst waarschijnlijk even gebulderd hebben en menig trommelvlies had het dus laten afweten.
Wie England zegt, denkt aan mooie landweggetjes met enkele moes- en siertuintjes… verander maar direct van mening. 1900 hoogte meters vinden die gasten daar samen, de Engelse d’Ardennen, met alle steile pronkstukken erop en eraan.
Referees vinden onze vrienden totaal overbodige luxe. Stayeren is onbeleefd, dus doe je dat niet. Je volgt the Queue. Surfboys uit het Zoute zouden hier dus zeker niet welkom zijn!
Wanneer je dan zinnes bent om voorbij te steken, dan gebruik je ook geen Hollands irriterend belletje, of balkende vuzuella, neen… je doet dat in stijl. Volgende aankondiging is de dag ervoor in de etikette opleiding ons ingepompt : Sir (als je aan de achterkant zeker bent dat het er één is, anders is het Madam), if you will be so kind, to move al very little at the side, so I can pass you softely. Wanneer je dan uiteindelijk voorbij bent, dan kom je onmiddellijk recht uit je stuur, draai je lichtjes om, (niet te veel of ligt op je smikkel) en maakt een lichte buiging met de gevleugelde zinsnede: Thank you very much, my dear fellow. De ongelukkige zegt dan heel minzaam, you’re welcome, my fair opponent.
Ook in deze zaak heb ik mijn grote twijfels welke stijl Mac Fosilius hier heeft gehanteerd. Laat uw verbeelding de vrije loop!
Tijd voor een veld crosje. De mietjestriatlons op het continent, zijn steeds op asfalt of hooguit eens op Mac adam. Niet in “The Iron Man”. The lords maken er een echte steeple chase van. Daar die verdomde groene en rooie jongens de vossenjacht hebben verboden, moeten ze dringend opzoek achter nieuw leedvermaak. Laat die triagekken dan maar 900 hoogte meters in het veld tussen keien, boomwortels rond huppelen, dan hebben wij er ook nog iets aan. De lady’s met prachtige hoeden aan de kant stonden ons vol enthousiasme aan te moedigen. Plots stond er een knappe rossige dame, blootvoets naast mij. Ik repliceerde onmiddellijk: “My Lady, ik ben hier bijlange niet de laatste van het pak, je moet de putten nog niet beginnen te effenen”. “Nee”, zei ze, “dat weet ik, maar zo net passeerde er hier een besnorde briesende bliksem, die verschrikkelijke putten maakte in mijn gazon, door zijn rasse schreden”.
Ik verontschuldigde mij in de plaats van Mac Fosilius. “My Lady, ik weet het. Maar neem het hem niet kwalijk, hij kan soms eens wild uit de hoek komen, vooral nu hij zo’n brease moet dragen, maar weet hij heeft een gouden hart”. Haar butler overhandigde door mijn gevlei onmiddellijk haar naamkaartje op een zilveren plaat. Ze zei beminnelijk: “als Mac Fosilius hier nog eens landt, laat hem mijn welgemeende groeten.”
Mac Fosilius stormde over de finishlijn, werd onmiddellijk de Kousenband aangemeten en de hoogste decoratie voor moed en opoffering opgespeld. Hij ging in één beweging door naar de transitiezone, pikte zijn P3 op, gooide hem uit elkaar en deponeerde hem in zijn Passat. Hij liep terug naar de aankomstzone, waar ik in pure euforie mijn tweede Iron Man in twee weken volbracht.
Bij mij ging het honoreren wel iets bescheidener: ik mocht het doen zonder Kousenband… dat was alleen voor degene die eerste of tweede waren in hun reeks. Ik heb nog niet durven kijken hoeveel midlife-kriticaster er voor mij zijn.
Terwijl ik languit in het gazon tussen de croquetpaaltjes lag te bekomen, was Mac Fosilius al bezig om al mijn rommel in zijn kar te proppen. Geen tijd verliezen. Naar ons countryhouse via een op driftgeslagen gps, snel douchen en dan onmiddellijk terug naar het vaste land. Om middernacht was hij alleen terug thuis bij zijn madame, dromend in haar armen van zijn nieuw avontuur… het grote werk in Roth… go for it my dear friend. God will save your kingdom of sport!
Verslag Pieter Van Huffel
1 opmerking:
amai jong, wat een epos, plezant om te lezen!
proficiat my lord en mr Mac!!
Een reactie posten